Persconferentie van Sergeï Lavrov, John Kerry en Staffan De Mistura, in de Hilton van München aan het eind van de vergadering van de Internationale Steungroep aan Syrië.

Sinds de conferentie van de Vrienden van Syrië in Parijs op 6 juli 2012 ontsnapt de oorlog tegen Syrië aan de controle van het Witte-Huis en van het Kremlin. Het akkoord dat ze er gesloten hadden heeft nooit kunnen worden toegepast. De talrijke vredespogingen nadien werden allen gesaboteerd door een groep oorlogsstokers bestaande uit Amerikaanse persoonlijkheden van het eerste plan (John McCain, Hillary Clinton, Jeffrey Feltman, David Petraeus, John Allen), multinationals (Exxon-Mobil, het investeringsfonds KKR, het huurleger Blackwater-Academi) en Staten (Duitsland, Saoedi Arabië, Frankrijk, Israël, Qatar, het Verenigd koninkrijk, Turkije).

Maar sinds 30 september 2015 heeft Rusland een aanzienlijke force de frappe ontplooid om de groepen « terroristen » te bombarderen. Vier maanden later is het merendeel van de munitiefabrieken en de onderaardse bunkers die ze hadden gebouwd vernietigd. Bovendien werden de transportmiddelen voor de door Daesh gestolen aardolie eveneens vernietigd. Het Syrische Arabische leger, die sinds 6 januari 2016 een operatie op de grond voert, bevrijdt terreinen op een tiental fronten tegelijkertijd, met uitzondering van het Noord-Oosten. Terwijl Saoedi Arabië en Turkije versterkingen en wapens transporteren naar het Noorden van het land.

Barack Obama neemt het Syrische dossier weer in handen

De balans van de internationale politiek van president Obama omvat reeds de verzoening met Cuba en de omdraaiing van Iran. Hij beschikt over minder dan een jaar om daar de vrede in Syrië aan toe te voegen. Hetgeen zou veronderstellen dat hij dit dossier weer in handen neemt en tot een gemeenschappelijke analyse van de situatie met zijn Russische partner komt. Daarom heeft hij een nieuw akkoord met Rusland gesloten en een « anti-Daesh Tsaar » benoemd, Brett McGurk, voor wie hij belangrijke militaire middelen beschikbaar heeft gesteld.

Hoewel opgeleid als jurist heeft Brett McGurk van 2004 af als carrière-diplomaat president George W. Bush Jr in Irak gediend. Hij heeft deel uitgemaakt van het team dat, om John Negroponte en generaal Petraeus heen, besloot de woede van de Irakiërs tegen het bezettingsleger te keren en sektarische confrontaties tussen soennieten en sjiïeten te provoceren. In het kader hiervan werd hij geïmpliceerd in de creatie van het « Islamitische emiraat in Irak », toekomstig Daesh. Vervolgens onderhandelde hij de voorwaarden tot het terugtrekken van de bezettingstroepen. Door president Barack Obama werd hij in 2012 benoemd tot ambassadeur in Bagdad maar dat werd niet bevestigd door de Senaat die hem een buitenechtelijke verhouding met een journaliste van het Wall Street Journal verweet. In plaats daarvan werd hij assistent van de speciale afgevaardigde van het Witte-Huis bij de Internationale anti-Daesh coalitie, generaal John Allen. Hij heeft kunnen constateren dat zijn meerdere, bij afwezigheid van duidelijke instructies, niet alleen de terroristische organisatie niet bestreed, maar in tegendeel die ondersteunde, tot aan de aankomst van de Russen en Allen’s ontslag. Voortaan met de operaties belast, bereidt Brett McGurk de uitroeiing van het Kalifaat in Syrië —maar niet geheel in Irak— voor. Ten dien einde zal hij t.o.v. zijn voorganger over een verdubbeld militair budget beschikken en zal zowel op het Syrische Arabische leger als de Koerdische troepen in Syrië steunen.

Het akkoord tussen het Witte-Huis en het Kremlin

Het Witte-Huis en het Kremlin zijn overeengekomen dat de eventuele val van de Syrisch Arabische republiek het geheel van de regio, Israël inbegrepen, in de chaos zou storten. In feite, hetgeen de oorspronkelijke doelstelling van George W. Bush en van Ariel Sharon was, wordt vandaag gevreesd door Barack Obama en Tsahal Israëlisch leger.

Het schijnt dat het Witte-Huis heeft afgezien van de ontmanteling van Syrië en met het Kremlin overeengekomen is het Frans-Britse project van de creatie van een pseudo-Koerdistan in het Noord-Oosten van het land te verhinderen. Vanuit het Amerikaanse oogpunt is er geen kwestie van Parijs en Londen weer koloniale machten in het Nabije-Oosten te laten worden, zelfs ofschoon dit argument was gebruikt om ze over te halen aan de operatie « Arabische lente » deel te nemen.

Tenslotte hebben het Witte-Huis en het Kremlin Genève 3 gebruikt om de door Saoedi Arabië gesponsoriseerde oppositie in diskrediet te brengen. Deze heeft inderdaad achtereenvolgens geweigerd te onderhandelen, heeft dan voorafgaande voorwaarden gesteld en heeft tenslotte unilateraal geweigerd de humanitaire hulp te laten circuleren, terwijl Damascus het had aangenomen.

Het bijeenroepen van de Internationale Steungroep aan Syrië (GISS) op 11 en 12 februari 2016 in München heeft het Witte-Huis in staat gesteld de controle over « zijn » opponenten weer op te nemen, en hoofdzakelijk over Jeffrey Feltman, de politieke baas van de Onu. In plaats van hem te kunnen afzeggen heeft president Obama hem gedegradeerd tot internationaal hoogfunctionaris en bij John Kerry en Sergeï Lavrov erop aangedrongen om aan te kondigen dat ze hem het gehele vervolg van de onderhandelingen onder toezicht zouden houden. Als dit punt in de feiten werd bevestigd zouden de samenzweerders hun diplomatiek voordeel hebben verloren na dat van hun militair overwicht.

De vergadering van München

De GISS is overeengekomen het « Communiqué van Genève » toe te passen (dat-wil-zeggen het door Kofi Annan completeerde plan van president Bashar el-Assad) volgens de modaliteiten van resolutie 2254 van de Veiligheidsraad. Hoewel Frankrijk niet gepreciseerd heeft of het diens bezwaren tegen het « Communiqué van Genève » handhaafde of niet —dat het als enige tegengesteld uitlegt: als een capitulatie van de Syrische Arabische republiek—, het heeft de eindverklaring van de vergadering van München aangenomen.

Deze voorziet in de toepassing in minder dan een week van de vrije circulatie van de humanitaire hulp —dat alleen de « oppositie » had geweigerd— en in een « stopzetting van de vijandelijkheden » voorafgaand aan een « staakt-het-vuren ». Voor elk van deze objectieven wordt er een operationele macht gecreëerd onder een Amerikaans-Russische co-presidentschap en met de medewerking van de Staten die druk kunnen uitoefenen op de oorlogvoerenden.

Wat betreft de humanitaire hulp heeft de GISS besloten dat die over een week zal worden aangevoerd, door afwerpingen of over de grond, naar zeven bij naam genoemde plaatsen. De eindverklaring preciseert dat « de humanitaire toegang niet een bepaalde groep zou moeten bevoordelen ten nadele van de anderen, maar moet door alle partijen worden toegekend aan alle personen die het nodig hebben, in volle conformiteit met resolutie 2254 en het internationale humanitaire recht » (…). Bovendien zullen de Verenigde Staten en Rusland er voor zorgen dat de hulpkonvooien uitsluitend worden gebruikt voor humanitaire doelen ». Men weet inderdaad dat sinds juli 2012 Jeffrey Feltman de konvooien van de Onu niet alleen gebruikt voor de bevoorrading van de « rebellen zones » aan levensmiddelen en medicijnen, maar ook aan wapens.

De uitdrukking « stopzetting van de vijandelijkheden » schijnt synoniem met « staakt-het-vuren », maar geldt ook voor Rusland, zonder juridische complicaties te veroorzaken. Bij het aannemen van de eindverklaring heeft Moskou zich eraan gebonden geen andere doelwitten te bombarderen dan de groepen die door de Veiligheidsraad als « terroristen » gebrandmerkt zijn. Desalniettemin, tijdens de persvoorlichting van John Kerry et Sergeï Lavrov die volgde op de vergadering van München, preciseerde de Russische minister van Buitenlandse zaken dat Ahrar el-Sham (« Islamistische beweging van de vrije mensen van Syrië ») en Jaysh el-Islam (« het Leger van de Islam ») publiekelijk hun verbintenis aan deze terroristegroepen hebben verkondigd. Ahrar el-Sham is gefinancierd door Turkije en Qatar, beschikt over Pakistaanse militaire instructeurs en heeft zijn banden met de Afghaanse taliban geclaimd. Jaysh el-Islam is gefinancierd door Saoedi Arabië, beschikt over instructeurs van Academi, is er trots op het ideaal van Osama Ben Laden te delen en met al-Qaeda samen te werken. Bovendien heeft zijn oprichter, Zahran Allouche, verklaard het land te willen « schoonmaken », en duidelijk opgeroepen tot het uitroeien van alle Alawieten. Het schijnt dus niet dat de verbintenis van Moskou diens actie op het terrein zal modificeren, maar in tegendeel —ondanks de formele oproep van John Kerry tot het « modificeren van de doelwitten »— dat de eindverklaring van München hem een legitimiteit toekent.

Men kan dus observeren dat de eindverklaring van München de kwestie van de « politieke overdracht » naar de hervatting van de onderhandelingen van Genève 3 is verwezen. Dit berooft de 114 door Saoedi Arabië geselecteerde personaliteiten alle hoop op een ministeriële portefeuille. Inderdaad, deze persoonlijkheden zijn allen verbonden aan de bovengenoemde gewapende groepen. Daarentegen opent dit perspectieven voor persoonlijkheden van de oppositie, in Syrië of in exil, die in Genève waren uitgenodigd na het beroep op wapens verworpen te hebben.

Tijdens de Veiligheidsconferentie heeft een levendige schermutseling tussen Sergeï Lavrov en Frank-Walter Steinmeier plaatsgehad over de legitimiteit van de bombardementen van de Coalitie en die van Rusland.

Saoedi Arabië en Frankrijk ontwapenen niet

Hoewel de eindverklaring van München dus een ongekende vooruitgang betekent sinds drie jaar, heeft ze ook kritiek ondervonden van hen die haar met tegenzin hebben aangenomen. Zo heeft Saoedi Arabië via zijn minister van Buitenlandse zaken Adel al-Joubeir, herhaald, tijdens de Jaarlijkse veiligheidsconferentie die erop aansloot, dat er geen vrede in Syrië zou zijn zolang president Bashar el-Assad aan de macht zou blijven. Terwijl Frankrijk via zijn minister van Defensie Jean-Yves Le Drian en van zijn Eerste minister Manuel Valls, in dezelfde conferentie hun beschuldigingen hebben herhaald tegen de Syrisch Arabische republiek en Rusland: gebruik van vatbommen, organisatie van verhongering, bombardementen van staatsburgers. Bovendien werden de president van de republiek en de « Kalief » gelijkgesteld als twee misdadigers en dat de facto alleen de bovengenoemde gewapende groepen islamisten legitiem de macht konden uitoefenen. Turkije, dat er in de voorbereidende documenten van de Conferentie van was beschuldigd een « paranoïde politiek » te voeren, was teveel bezig met zich te verdedigen om de eindverklaring van de GISS te becommentariëren. Het liet dus diens artillerie denderen en bombardeerde de Koerdische posities in het Noorden van het land.

Belangrijke punten:
 Een einde makend aan drie jaar van interne turbulenties en aarzelingen heeft het Witte-Huis het Syrische dossier weer ter hand genomen, BrettMcGurk, benoemd om Daesh van Syrië te elimineren, en met het Kremlin een directoire gecreëerd om Jeffrey Feltman terug te zetten in zijn rol van hoog-functionaris van de Verenigde Naties.
 De eindverklaring van München voorziet de vrije circulatie van humanitaire hulp en een stopzetting van de vijandelijkheden in minder dan een week.
 Diens formulating legitimeert het Russische bombardement van Ahrar el-Sham en van Jaysh el-Islam: openlijk door Turkije, Qatar en Saoedi Arabië bewapende groepen.

Vertaling
Bart Ero