Sinds twee jaar onderhandelen de Verenigde Staten in het geheim met Iran over een regionale wapenstilstand. Ze hebben een wederzijdse overeenkomst bereikt en hebben een oplossing van het nucleaire conflict en van de economische sancties aangekondigd in het kader van de multilaterale onderhandelingen die zich sinds 2003 hebben voortgesleept. Als bevoorrechte getuige onthult Thierry Meyssan hetgeen er op het spel staat in deze politieke warwinkel en hoe Washington het Midden-Oosten en de Perzische Golf in de komende 10 jaar denkt te organiseren.
De geheime bilaterale onderhandelingen
Sinds Maart 2013 voeren de Verenigde Staten en Iran in het geheim besprekingen. Deze ontmoetingen zijn heimelijk begonnen in Oman. Voor de Iraniërs, gewurgd door een economische en monetaire belegering die in de geschiedenis zijn weerga niet kent, was er geen sprake van tegenover het imperialisme te zwichten, maar een staakt-het-vuren van enkele jaren te bereiken, de tijd om weer op krachten te komen. Voor de Verenigde Staten, die hun troepen van het Midden-Oosten naar het Verre Oosten hopen te verplaatsen, moest deze geschikte gelegenheid gepaard gaan met precieze garanties dat Teheran er niet van zou profiteren zijn invloed nog meer uit te breiden.
De ploeg van de Verenigde Staten was geleid door twee uitstekende onderhandelaars, Jake Sullivan en William Burns. We weten niet wie de Iraanse delegatie vormden. M. Sullivan was één van de belangrijkste raadslieden van Hillary Clinton geweest, maar deelde niet haar blinde steun aan Israël, noch haar bewondering voor de Mohammedaanse Broederschap. Hij Sullivan organiseerde de oorlogen met Lybië en Syrië. Toen Mevr. Clinton er uitgegooid werd door President Obama, werd hij raadsman van vice-president Joe Biden voor de Nationale veiligheid. Als zodanig had hij de onderhandelingen met Iran op zich genomen. Wat M. Burns betreft, hij is een beroeps diplomaat. En, zegt men, een van de beste van de Verenigde Staten. Hij nam aan de besprekingen deel als Adjunct- staatssecretaris van John Kerry.
Uit deze onderhandelingen zijn ten minste twee beslissingen voortgekomen. Ten eerste, de Gids van de Revolutie ayatollah Ali Khamenei, zou er op toezien Esfandiar Rahim Mashaie —de voormalige chef van de Inlichtingendienst van de Hoeders van de Revolutie, en later kabinetschef en aangetrouwd familielid van Mahmoud Ahmadinejad— uit te sluiten van de wedloop naar het presidentschap. Op deze manier zou Iran een toontje lager aanslaan in de internationale instanties. Dan zouden de Verenigde Staten zorgen dat hun anti-Iraanse bondgenoten ook een toontje lager zouden aanslaan en de 5+1 onderhandelingen ten opzichte van de kerncentrales zouden deblokkeren om een eind te maken aan de sancties.
En inderdaad, tot algemene verbazing, schrapte de Raad der Hoeders van de Grondwet (waarvan de helft der leden aangesteld is door ayatollah Khamenei) de kandidatuur van Esfandiar Rahim Mashaie, terwijl de opiniepeilingen hem in de eerste verkiezingsronde al gewonnen gaven. Dankzij het door de Gids kundig onderhouden schisma in het kamp van de Revolutionairen, werd Sjeik Hassan Rohani gekozen. Het was de man van de situatie, deze nationale geestelijke was de hoofd onderhandelaar voor de kernenergie geweest van 2003 tot 2005. Hij had alle Europese eisen ingewilligd alvorens van zijn functies te worden ontheven door Mahmoud Ahmadinejad toen deze president werd. M. Rohani had Constitutioneel Recht gestudeerd in Schotland en was de eerste Iraanse contactpersoon van Israël en de Verenigde Staten ten tijde van de Irangate. In de loop van de poging tot de gekleurde revolutie van 2009, georganiseerd door de CIA met de hulp van de ayatollah’s Rafsanjani en Khatami, nam hij positie voor de pro-westerlingen tegen president Ahmadinejad. Overigens maakte zijn lidmaatschap van de geestelijkheid het de mullah’s mogelijk de Staat weer te onttrekken aan de Hoeders van de Revolutie die er de controle van hadden genomen.
Aan hun kant gaven de Verenigde Staten hun Saoedische bondgenoten instructies ook de toon te verlagen en de nieuwe Iraanse regering met welwillendheid tegemoet te komen. Enkele maanden lang glimlachten Ryad en Teheran naar elkaar terwijl de Sjeik Rohani persoonlijk contact opnam met zijn Amerikaanse tegenhanger.
Het plan van het Witte Huis
Het idee van het Witte Huis was uit te gaan van de Iraanse successen in Palestinië, Libanon, Syrië, Irak en Bahrein, en Teheran te laten profiteren van zijn invloed in deze landen in ruil voor het afzien van de uitbreiding van zijn Revolutie. Na het opgeven van het idee het Midden-Oosten met de Russen te delen, overwoog Washington het aan Saoedi Arabië en Iran uit te delen alvorens zijn troepen terug te trekken.
De aankondiging van deze mogelijke tweedeling heeft plotseling in de regionale gebeurtenissen een conflict tussen Soennieten (Saoediërs) en Sjiieten (Iraniërs) te zien, versterkt, hetgeen absurd is want het geloof van de leiders komt vaak niet overeen met de geloven van hun aanhangers.
Desalniettemin haalde deze tweedeling het Midden-Oosten terug naar de periode van het Pakt van Bagdad [1], dat wil zeggen naar de Koude oorlog, behalve dat Iran de plaats innam van de USSR en dat de invloedssferen anders verdeeld waren.
Afgezien van het feit dat dit de huidige Russische Federatie slechts kon irriteren, bracht deze nieuwe verdeling Israël terug naar de tijd waarin hij niet beschikte over de Amerikaanse paraplu. Vanuit het gezichtspunt van Premier Netanyahu, voorstander ervan zijn land uit te breiden « van de Nijl tot de Eufraat », was dit onaanvaardbaar. Hij probeerde dus met alles wat in zijn macht lag het vervolg van dit programma te saboteren.
Hoewel er begin 2014 in Genève al een akkoord was gevonden over de nucleaire kwestie, was dit de reden dat de Amerikaanse onderhandelaarster, Wendy Sherman, op de Israëlische eisen steunde om vervolgens te gaan opbieden. Ze beweerde plotseling dat Washington zich niet tevreden zou stellen met de Iraanse garanties de atoombom onmogelijk te kunnen bouwen, maar ook vroeg ze garanties voor het afzien van de ontwikkeling van ballistische raketten. Deze verbazingwekkende eis werd afgewezen door China en Rusland. Ze hebben doen gelden dat dit geen deel uitmaakte van het non-proliferatieverdrag, noch van de competentie van de 5+1.
Deze opschudding demonstreert dat de atoombom nooit een punt is geweest voor de Verenigde Staten in deze zaak, zelfs toen ze van dit voorwendsel gebruik maakten om Iran te omstrengelen in een verschrikkelijke economische en monetaire belegering. Trouwens, president Obama heeft het impliciet toegegeven, in zijn rede van 2 April, met de toespeling naar de fatwa van de Gids van de Revolutie die dit soort wapens verbiedt [2]. Inderdaad, de Islamitische Republiek Iran heeft zijn militaire atoomprogramma gestopt kort na de verklaring van ayatollah Khomeiny tegen de Massa Vernietigings Wapens, in 1988. Vanaf dat moment heeft Teheran alleen zijn civiele researchwerkzaamheden voortgezet, zelfs wanneer een aantal daarvan militaire implicaties konden hebben, om de motoren van een oorlogsschip te laten draaien bijvoorbeeld. De positie van imam Khomeiny kreeg wetskracht met de fatwa van ayatollah Khamenei, op 9 Augustus 2005 [3]. Hoe dan ook, Washington, waar Benjamin Netanyahu beschouwd wordt als een « hysterische fanaat », heeft het hele jaar 2014 een overeenkomst gezocht met Tsahal Israëlisch leger. Langzamerhand heeft het idee postgevat dat, in de regionale verdeling tussen Saoedi Arabië en Iran, men een systeem moest vinden voor de bescherming van de Joodse kolonie. Dit leidde tot het plan een nieuw soort Pakt van Bagdad te creëren, een Navo regionaal, officieel onder Saoedisch presidentschap, om aanvaardbaar te zijn voor de Arabieren, maar in werkelijkheid geleid door Israël, zoals het vorige Pakt de facto geleid werd door de Verenigde Staten, die er daarentegen beide geen lid van waren. Dit project werd bekend gemaakt door president Obama in zijn National security doctrine van 6 Februari 2015 [4].
Het nucleaire accoord en het einde van de sancties werden dus uitgesteld tot later. Washington organiseerde de opstand van Tsahal tegen Benjamin Netanyahu, overtuigd dat de Eerste minister niet lang meer aan de macht zou blijven. Maar, ondanks de oprichting van de Commanders for Israel’s Security en de oproep van bijna alle hoge officieren niet op Netanyahu te stemmen, slaagde deze er in zijn kiezers ervan te overtuigen dat hij de enige was die de Joods kolonie verdedigde. Hij werd herkozen.
Wat Palestinië betreft, waren Washington en Teheran het erover eens geworden de situatie in Israël te bevriezen, en een Palestijnse Staat te stichten, in overeenkomst met het verdragen van Oslo. M. Netanyahu, die niet alleen de onderhandelingen van de 5+1 bespioneerde, maar ook de geheime bilaterale onderhandelingen, reageerde scherp door publiekelijk aan te kondigen dat, zolang hij leefde, Israël nooit een Palestijnse Staat zou laten erkennen. Hij verklaarde ook dat Tel-Aviv er niet aan dacht zijn ondertekening van de verdragen van Oslo te respecteren, en de onderhandelingen met de Palestijnse Autoriteit sinds een twintigtal jaren alleen te hebben gevoerd om tijd te winnen.
De Verenigde Arabische Strijdmacht
Tenslotte kozen Washington en Londen de Jemenitische opstand om de zaak snel af te handelen. In Jemen hadden de Houti Sjiieten, tezamen met de soldaten die trouw waren gebleven aan de vorige president Saleh, het aftreden van president Hadi (die zich plotseling had bedacht) geëist en verkregen. Eigenlijk was deze laatste sinds lang niet legaal noch legitiem meer. Aan het eind van zijn mandaat was zijn machtsperiode verlengd op grond van beloften die hij nooit van plan was geweest te houden. Noch het Verenigd Koninkrijk, noch de Verenigde Staten hadden veel sympathie voor beide kampen, die ze op verschillende momenten afwisselend hadden gesteund. Zij lieten dus Saoedi Arabië verklaren dat deze opstand een staatsgreep was en lieten ze nogmaals proberen het land te annexeren. Een militaire operatie werd opgezet door Londen vanaf de piraten-staat Somalië om Aden havenstad van Jemen te ondersteunen. Tegelijkertijd, met de Jemenitische crisis als voorwendsel, kondigde de Arabische Liga het nieuwe bestanddeel van de nieuwe regionale Navo aan: de Verenigde Arabische strijdmacht.
Drie dagen later werd het 5+1 akkoord, dat een jaar eerder al was gesloten, ook bekend gemaakt [5]. Nochtans namen Staatssecretaris John Kerry en zijn Iraanse tegenhanger Mohammad Javad Zarif in de tussentijd een hele dag lang alle politieke discussiepunten door. Er werd besloten dat Washington en Teheran de spanning in Palestinië, Libanon, Syrië, Irak en Bahrein in de eerstvolgende drie maanden zouden laten dalen, en dat het akkoord van Genève eind Juni slechts zou worden getekend voor tien jaar, indien de twee partijen woord houden.
Gevolgen
– Het is waarschijnlijk dat M. Netanyahu in de drie volgende maanden opnieuw zal proberen het Amerikaanse plan te doen mislukken. Het zou dus best kunnen dat we getuige zijn van terroristische acties of van onopgeëiste politieke moorden, maar waarvan de verantwoordelijkheid toegeschreven zal worden aan Washington of Teheran om op die manier de op 30 Juni vastgestelde ondertekening te verhinderen.
Logischerwijs zal Washington in Israël een politieke ontwikkeling voorstaan om de macht van de Eerste minister te beperken. Zo moeten we de keiharde toespraak van Israëlische president Reouven Rivlin, toen hij M. Netanyahu opdroeg de volgende regering te vormen, dan ook opvatten.
– Jemen is nooit in de bilaterale discussies ter sprake gekomen. Indien het akkoord getekend wordt zou dit land in de volgende tien jaar in de regio het enige strijdpunt kunnen zijn.
– Terwijl Washington een akkoord sluit met Teheran en een militaire alliantie rondom Saoedi Arabië bevordert, leidt hij een tegenovergestelde politiek met de bevolkingen van deze landen. Aan de ene kant favoriseert hij een tweedeling in de regionale staten, aan de andere kant fragmenteert hij de bevolkingen door middel van terrorisme en heeft hij zelfs een terroristische tegen-staat gesticht, het Islamistisch emiraat (« Daesh »).
– Oorspronkelijk waren de Verenigde Staten van plan de Verenigde Arabische strijdkracht samen te stellen uit de Perzische Golf-staten en Jordanië, en zelfs Marokko. Er is wel een samenhang tussen deze regiems. Maar Oman hield zich erbuiten, hoewel hij lid is van de Raad van Samenwerking in de Perzische Golf. En bovendien probeerde Saoedi Arabië zijn invloed uit te oefenen om zowel Egypte als Pakistan toe te laten ondanks dat dit laatste land niet Arabisch is.
Wat Egypte betreft, beschikt Caïro over geen enkele speelruimte en moet alle eisen wel inwilligen zonder daar ooit daadwerkelijk gevolg aan te kunnen geven. Het land kan niet in zijn onderhoud voorzien en kan zijn bevolking alleen voeden dankzij internationale hulp, dat wil zeggen: dankzij Saoedi Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Rusland en de Verenigde Staten. Egypte is geëmbarkeerd in de operatie « Beslissende storm » in Jemen, steeds aan de kant van de Zuidelijke bevolking, zoals in de burgeroorlog (1962-1970), behalve dat de vroegere communisten lid geworden zijn van Al Qaida en dat Caïro van nu af aan bondgenoot is van de Saoedische monarchie. Het is duidelijk dat Egypte zo snel mogelijk zou moeten proberen zich aan dit moeras te onttrekken.
– Naast het Midden-Oosten en de Golf, neemt de regionale ontwikkeling voor Rusland en China problemen met zich. Hoewel voor Moskou een staakt-het-vuren van tien jaar goed nieuws is, is het bitter zijn hoop ten gunste van Iran te moeten opgeven alleen wegens de late reconstructie van zijn strijdmacht na het uiteenvallen van de USSR. Vandaar het akkoord met Syrië voor de ontwikkeling van de Syrische militaire haven Tartous. De Russische marine zou zich weer in de het Middellandse-Zee gebied moeten ontplooien, zowel in Syrië als in Cyprus.
Wat China betreft, zal dit Amerikaans-Iraanse staakt-het-vuren snel een verplaatsing van de GI’s in de Golf naar het Verre-Oosten tot gevolg hebben. Nu al overweegt het Pentagon de grootste militaire basis ter wereld te bouwen in Brunei Malesië. Voor Peking, zijn leger op niveau te brengen is van nu af aan een wedloop: China moet klaar zijn om het Amerikaans imperium te confronteren voordat deze in staat is aan te vallen.
[1] De Verdragsorganisatie van het Midden-Oosten (METO) of « Pakt van Bagdad » was een regionaal bondgenootschap, in het begin gestuurd door Londen, vervolgens door Washington, (hoewel de Verenigde Staten er geen lid van waren) evenzeer om de invloed van de Sovjet-Unie in te tomen als om de pro-westerse mogendheden vast te leggen. Het werd ondertekend in 1955 en kwam ten einde in 1974 met de Turks-Cypriotische oorlog. Het werd officieel ontbonden in 1979 door de Iraanse Revolutie. Het omvatte Irak, Iran, Pakistan, Turkije en het Verenigd Koninkrijk.
[2] “Barack Obama on Framework to Prevent Iran from Obtaining Nuclear Weapons”, by Barack Obama, Voltaire Network, 2 April 2015.
[3] Men vindt een alomvattende studie van de Iraanse nucléaire crisis in: « Qui a peur du nucléaire civil iranien ? », door Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 30 Juni 2010.
[4] « Obama réarme », door Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 9 Februari 2015.
[5] “Parameters for a Joint Comprehensive Plan of Action regarding the Islamic Republic of Iran’s Nuclear Program (summary)”, Voltaire Network, 2 April 2015.
Blijf in contact
Volg ons op sociale netwerken
Subscribe to weekly newsletter