Om de Amerikaanse buitenlandse politiek uiteen te zetten, en dus te voorzien, heeft men eeuwen lang de isolationisten en interventionisten tegenover elkaar gezet. De eersten waren in de lijn van de « Pelgrim vaders » die het oude Europa ontvluchtten om een nieuwe wereld te bouwen gebaseerd op hun religieuze waarden, en dus verre van het Europese cynisme. De tweeden wilden in de traditie van bepaalde « Amerikaanse grondleggers », niet slechts hun onafhankelijkheid veroveren, maar op eigen rekening het project van het Britse wereldrijk vervolgen.

Tegenwoordig heeft heeft deze onderscheiding weinig zin meer omdat het onmogelijk is geworden in autarkie te leven, zelfs voor een enorm land zoals de Verenigde Staten. Hoewel men vaak zijn politieke tegenstanders van isolationisme beschuldigt, er is geen Amerikaanse politieke partij meer —Behalve Ron Paul- die dat idee verdedigt.

Het debat heeft zich verplaatst tussen voorstanders van oorlog zonder eind, en aanhangers van een meer beperkt gebruik van geweld. Als men het werk van de professoren Martin Gilens en Benjamin I. Page wil geloven, wordt de huidige Amerikaanse politiek besloten door een samenstelling van belangengroepen, onafhankelijk van de wil van het volk [1]. Het is dus legitiem in dit debat de invloed te zien van aan de ene kant het militair-industriële complex, dat de Amerikaanse economie domineert en warvan het belang de voortzetting van de « oorlog zonder eind » is; en aan de andere kant tol-maatschappijen (software, hightech, divertissement) die weliswaar een meer virtuele dan reële productie hebben, maar die hun hoge prijzen heffen overal waar de wereld in vrede is.

Deze analyse van het debat houdt geen rekening met de kwestie van de toegang tot de grondstoffen en tot de energiebronnen, welke domineerde in de XIXe en XXe eeuw, maar die zijn urgentie heeft verloren zonder echter volkomen te verdwijnen.

Sinds de « Carter-doctrine » [2], die de toegang tot de koolwaterstoffen van het « groot Midden-Oosten » gelijkstelt aan « nationale veiligheid », heeft men Washington het CentCom zien creëren, meer dan 500.000 mensen in de Perzische golf zien verplaatsen, en de controle van het hele gebied zien opeisen. Men herinnert zich dat, ervan overtuigd dat de « oliepiek » ophanden is, Dick Cheney besloot de « Arabische lente » voor te bereiden, evenals de oorlogen tegen de Staten in het gebied waar hij geen controle over had. Maar deze politiek heeft zijn zin verloren in de loop van zijn toepassing want de Verenigde Staten, buiten hun exploitatie van aardgas en van olieschalie, hebben de koolwaterstoffen in de Mexicaanse golf onder controle genomen. Als gevolg hiervan zullen de Verenigde Staten in de komende jaren niet alleen het « groot Midden-Oosten » hebben opgegeven, maar geneigd zijn een grote oorlog tegen Venezuela te voeren, de enige middelmatige macht die een rivaal kan zijn en hun exploitatie van de Mexicaanse golf kan bedreigen.

In zijn serie interviews met The Atlantic, heeft president Obama gepoogd zijn doctrine te verduidelijken [3]. Ten dien einde heeft hij lang en met herhaling geantwoord aan hen die hem beschuldigen van tegenstrijdigheden of zwakheid, met name na de affaire van de rode lijn in Syrië. Hij had inderdaad verklaard dat het gebruik van chemische wapens een rode lijn zou zijn die men niet kon passeren, maar toen zijn administratie beweerde dat de Syrische Arabische republiek ze had gebruikt tegen diens eigen bevolking, had hij geweigerd een nieuwe oorlog te voeren. Niet ingaand op de vraag of de beschuldiging gefundeerd was of niet heeft de president onderstreept dat de Verenigde Staten geen enkel belang hadden het leven van hun soldaten te riskeren in dat conflict, en dat hij besloten had hun krachten te sparen om er over te beschikken tegen een werkelijke bedreiging van het nationaal belang. Het is deze weerhouding die de « Obama doctrine » zou vormen.

Welke zijn dan de de werkelijke bedreigingen? De president zegt het niet. Op zijn meest zou men zowel de US National Intelligence Council als de bovenstaande opmerkingen over de macht van de belangengroepen kunnen beschouwen. Dan blijkt dat de Verenigde Staten het « G.W. Bush doctrine » van na 11 september heeft laten vallen om terug te keren naar die van zijn vader: commerciële uitmuntendheid. Toen de Koude Oorlog eenmaal was afgelopen wegens afwezigheid van een tegenstander, zou het tijdvak alleen gewijd zijn aan de economische competitie binnen het gedereguleerde kapitalistische systeem.

Het is trouwens om zich ervan te verzekeren dat de periode van ideologische conflicten ten einde was gekomen dat president Obama toenadering heeft gezocht met Cuba en Iran. Het was onontbeerlijk de tegenstand van deze twee revolutionaire Staten te kalmeren, de enigen die niet alleen de Amerikaanse suprematie aanvochten, maar ook de regels van het internationale spel. De kwade trouw van de Verenigde Staten in de toepassing van het 5+1 akkoord toont eenvoudig aan dat ze niets te maken had met het Iraanse kernprogramma maar alleen met het aan banden leggen van de khomeinische revolutie.

Het is in deze context dat de « Wolfowitz doctrine » weer terug komt volgens welke alles gedaan moet worden om de emergentie van een nieuwe concurrent te verhinderen, te beginnen bij de weerhouding van de Europese unie [4]. Deze strategie scheen hierin gemodificeerd te zijn dat Washington met nog meer bezorgdheid de ontwaking van China beschouwde. Zo kon men spreken van een strategie van de « omwenteling naar het Verre-Oosten » die bestaat uit het terugtrekken van de in het groot Midden-Oosten gelegerde troepen en ze te verplaatsen teneinde zowel deze nieuwe regio te controleren als de Chinese macht te beteugelen. Hoewel het Pentagon de neoconservatieve waanzin van de vernietiging van China heeft opgegeven, wil Peking uitsluitend tot een economische rol beperken en dit land alle politieke invloed buiten zijn grenzen ontzeggen.

Men ziet echter alleen de « omwenteling naar het Verre-Oosten » gebeuren. De Verenigde Staten hebben weliswaar hun aanwezigheid in de Stille oceaan een weinig versterkt, maar ze hebben zich vooral militair geïmplanteerd in centraal Europa. Terwijl de oorlogen in Palestina, in Jemen, in Syrië en in Irak doorgaan, en dat de wapens in Libië weer gaan spreken, is een nieuw conflict in Oekraïne begonnen. Er zijn evenwel twee manieren waarop men deze ontwikkeling kan interpreteren.

Aan de ene kant kan men er van uit gaan dat de militaire ontplooiing aan de Russische grens en de militaire reactie van Moskou die dat oproept, op geen enkele wijze de vrede bedreigt. Het schijnt inderdaad zowel riskant en absoluut onnodig zo’n conflict aan te gaan. De oorlog in Oekraïne zou dan niet tegen Rusland gericht zijn, maar een kunstmatige fabricatie van een pseudo-bedreiging van Rusland tegen Europa met zijn sancties en tegen-sancties, welke de Verenigde Staten in staat stellen hun gelovige bondgenoten te « beschermen ».

Aan de andere kant kan men denken dat de economische toekomst van de Verenigde Staten rust op hun controle over het internationale handelsverkeer en dus op de handhaving van het transport over zee [5]. Daarentegen veronderstelt de ontwikkeling van Rusland en China dat die zich vrij maken van de Amerikaanse curatele en dus continentale handelsroutes aanleggen. Dat is het project van president Xi met de aanleg van twee "zijderoutes" waarvan de ene de antieke weg door Centraal Azië, Pakistan, Iran, Irak en Syrië tot aan de Middellandse Zee volgt, en de andere door Rusland tot aan Duitsland. Deze twee routes zijn op dit moment afgesneden in de Levant door Daesh en in Europa door Oekraïne.

De kwestie van het transport over zee was het centrum van de Amerikaanse strategie aan het begin van de XXIe eeuw met de steun aan de piraten van de Hoorn van Afrika [6]; welke strategie ten einde kwam toen Moskou en Peking hun oorlogsmarine naar dit gebied stuurden. Maar hoewel China het kanaal van Suez door Egypte heeft laten verdubbelen blijft de de toegang tot de Straat van Bab El Mandeb officieel onder controle van Djibouti, en officieus onder die van Al-Qaeda via het Islamitische Emiraat van Mukalla.

Aan de controle over het handelsverkeer moet men toevoegen die van het financiële verkeer. Om die reden heeft de Amerikaanse Justitie regels uitgevaardigd welke ze hoe langer hoe meer poogt aan de banken van de hele wereld op te leggen. Maar ook hier heeft Rusland zijn eigen systeem Swift gevormd, terwijl China de convertibiliteit van zijn munt in dollars heeft geweigerd om niet verplicht te zijn de Amerikaanse regels te volgen.

Als deze analyse exact is zullen de oorlogen in Syrië, Irak en in Oekraïne pas ophouden wanneer Rusland en China een andere veilige commerciële route zullen hebben opgezet tot in West Europa. Wat betreft dit onderwerp ziet men de Amerikaanse pogingen om Wit-Rusland naar hun kamp te doen kantelen na dit zo’n lange tijd te hebben bestreden; een manier om de Oekraïense brandwal uit te breiden en zich te verzekeren van een hermetische afsluiting tussen West en Oost Europa.

In dit vooruitzicht hebben de commerciële onderhandelingen die de Verenigde Staten hebben ondernomen met de Europese unie (TTIP) en met de ASEAN (TPP) niet tot doel hun handelsverkeer te versterken maar in tegendeel Rusland en China van deze markten uit te sluiten. Stom genoeg concentreren de Europeanen en de Aziaten zich op de keuze van de productienormen in plaats van de toegang van de Russen en Chinezen in de onderhandelingen te eisen.

Een laatste informatie uit de interviews met The Atlantic, is dat de Verenigde Staten hun bondgenootschappen willen aanpassen aan hun nieuwe strategische doctrine. Zo heeft hun steun aan het Saoudi regime, dat prevaleerde in de periode van de aardolie uit het Midden-Oosten geen enkele zin meer en vormt zelfs een last. Op dezelfde manier biedt de « speciale relatie » met het Verenigd Koninkrijk, die van belang was vanaf de controle over de oceanen (Atlantisch Handvest) tot aan de poging tot de vervaardiging van een unipolaire wereld (oorlog van Irak), geen speciaal belang meer en moet opnieuw doordacht worden. En niet te vergeten de kostbare steun aan Israël dat in het Midden-Oosten niet meer nuttig is, en alleen kan doorgaan als Tel-Aviv zich nuttig toont in andere delen van de wereld.

De hier voorafgaande opmerkingen komen niet overeen met de huidige presidentscampagne in de Verenigde Staten die aan ene kant het militair-industriële complex en de WASP ideologie, gerepresenteerd door Hilary Clinton, en aan de andere kant de tolindustrie, het sociale pact van de « Amerikaanse droom », gerepresenteerd door Donald Trump, tegenover elkaar zet [7]. De felheid van deze campagne toont de noodzaak van een nieuw evenwicht van deze machten aan na een onverdeelde suprematie van het bellicisme sedert 1995.

Indien het door Trump gerepresenteerde kamp wint, zal men de oorlogen zich zien oplossen, maar zal zich een drukkende dwang voor de betaling van de brevetten en de auteursrechten doen gevoelen. In het geval dat zijn overwinning op zich zal laten wachten, zouden de Verenigde Staten het hoofd moeten bieden aan een revolte van de buiten zichzelf geraakte bevolking en aan opstanden. Het zou dan buitengewooon moeilijk zijn de Amerikaanse buitenlandse politiek te voorzien.

Vertaling
Bart Ero

[1« Testing Theories of American Politics : Elites, Interest Groups, and Average Citizens », Martin Gilens and Benjamin I. Page, Perspectives on Politics, Volume 12, Issue 03, September 2014, pp. 564-581.

[2State of the Union Address 1980”, by Jimmy Carter, Voltaire Network, January 23rd, 1980.

[3The Obama Doctrine”, Jeffrey Goldberg, The Atlantic (USA) , Voltaire Network, March 10th, 2016.

[4« US Strategy Plan Calls For Insuring No Rivals Develop », Patrick E. Tyler, and « Excerpts from Pentagon’s Plan : "Prevent the Re-Emergence of a New Rival" », New York Times, March 8th, 1992. « Keeping the US First, Pentagon Would preclude a Rival Superpower », Barton Gellman, The Washington Post, March 11, 1992.

[5The Geopolitics of American Global Decline”, by Alfred McCoy, Tom Dispatch (USA) , Voltaire Network, June 22nd, 2015.

[6« Pirates, corsaires et flibustiers du XXIe siècle », par Thierry Meyssan, Оdnako (Russie), Réseau Voltaire, 25 juin 2010.

[7Wie zal de volgende Amerikaanse president zijn?”, “Mattis tegen Trump”, door Thierry Meyssan, Vertaling Bart Ero, Voltaire Netwerk, 4 april, 4 mei 2016.