Michel Sleiman werd op 25 mei 2008 gekozen door de Kamer van afgevaardigden in strijd met de Libanese Grondwet (volgens artikel 49 is het een hoge functionaris verboden gekozen te worden minder dan twee jaar na zijn functies te hebben verlaten). Hij werd niet geïnstalleerd door zijn voorganger, Émile Lahoud, maar door de emir van Qatar, in aanwezigheid de afgevaardigde van de vroegere Franse koloniale macht, Bernard Kouchner, die niet op de tribune zat maar op de regeringsbank.

Sinds het akkoord van Doha, en de ongrondwettige verkiezing in 2008 van Michel Sleiman als president van de Republiek, heeft Libanon geen markerende politieke gebeurtenis gekend, tot augustus vorig jaar. In de loop van de laatste zeven maanden kwam het land in opschudding tijdens de « vuilniscrisis » door demonstraties die kunnen uitmonden in een tweede « revolutie van de Ceder », vervolgens door een vertrouwenscrisis met Saoedi Arabië en diens bondgenoten, en tenslotte door een internationale in twijfel stelling van Hezbollah. Drie gebeurtenissen die ieder afzonderlijk zichzelf schijnen te kunnen verklaren en nergens op uitkomen. Maar toch…

Een verschrikkelijke stank in talrijke gemeenten van Libanon waar het vuilnis niet meer wordt opgehaald

In augustus 2015 begon plotseling de « vuilniscrisis »: de Staat slaagde er niet in het contract voor de vuilniscollecte door de maatschappij Sukleen te vernieuwen. In enkele dagen werd het gehele land een enorme vuilnisbelt, met opeenhoping van vuilnis in de straten. Demonstraties vormden zich die de regering beschuldigden van verwaarlozing. Al spoedig riepen duizenden demonstranten in het centrum van de hoofdstad dat de politici zelf vuilnis waren die de Staat beroofden ten koste van de bewoners. De media hadden het over het begin van een gekleurde revolutie vergelijkbaar aan de « Ceder revolutie » die was georganiseerd door de Verenigde Staten na de moord op de voormalige eerste minister Rafic Hariri; andere media maakte melding van een uitbreiding van de « Arabische lente » [1]. Tenslotte zakte de woede van het volk want het unieke gemeenschapssysteem in Libanon —ingesteld door Frankrijk— verbindt elke burger aan zijn godsdienstige gemeenschap en verhindert hem een positie in te nemen ten aanzien van nationale kwesties.

Niettemin is zeven maanden later de vuilniscrisis nog steeds niet opgelost. Zeker, de hoofdstad is schoongemaakt, maar in talrijke regio’s blijven de vuilnisbakken zich ophopen en verspreiden een weerzinwekkende lucht. De volharding en de generalisatie van het probleem hebben gevolgen voor de openbare gezondheid. De virussen verspreiden zich en bijna alle Libanezen zijn van tijd tot tijd ziek. De facto, het toerisme, grootste officiële inkomstenbron van het land, daalt sterk.

Het terrasse van het Petit Café in Beyrouth, tegenover de rots, is leeg. De klanten uit de Golfstaten hebben het verlaten.

De tweede crisis is begonnen door de annulering van de Saoedische hulp van 3 miljard dollar aan het Libanese leger [2]. In werkelijkheid werd deze « hulp » gestort als het loon aan het Libanese leger voor de vernietiging van de getuigenis van Majed el-Majed welke tijdens zijn transport per ambulance op 26 december 2015 gearresteerd werd. De beroemde terrorist was de afgevaardigde van prins Bandar Ben Sultan in de Levant. Hij werd ervan verdacht alle politici die in het geheim de jihadisten steunen, persoonlijk te kennen. Zijn getuigenis zou het Saoedische koninkrijk ernstig in moeilijkheden gebracht hebben. De man heeft het goede idee gehad na enkele dagen hechtenis te sterven zonder dat zijn gedetailleerde getuigenis was opgenomen [3].

Om de annulering van zijn « hulp » te rechtvaardigen gaf RIAD als reden op de reactie van Libanon op de executie van sjeik Nimr Baqr al-Nimr. Op 2 januari 2016 had de aardolie-dictatuur namelijk de chef van zijn oppositie onthoofd. Deze persoonlijkheid was echter een sjiitische geestelijke, hetgeen een golf van verontwaardiging in alle sjiitische bevolkingen van de wereld veroorzaakte, waaronder Libanon [4]. Saoedi Arabië mobiliseerde al zijn bondgenoten om zijn absoluut recht te verkondigen wie dan ook van zijn onderdanen te doden, terwijl Libanon voorzichtig een gereserveerde houding aannam. Riad besloot daar een vorm van ondankbaarheid in te zien jegens de jarenlang gestorte miljarden om de 14-Maart te steunen, d.w.z. de coalitie van de Libanese communautaire partijen die collaboreren met Israël.

Riad besloot vooral de Libanese economie te kelderen door zijn onderdanen te verbieden naar Libanon te gaan en dit verbod uit te breiden tot de Bahreini en de Emirati. Zonder de toeristen uit de Golfstaten zijn de handel en banken meteen in recessie gegaan.

Al-Manar is het enige communicatiemiddel waarover het Libanese Verzet zou beschikken in geval van Israëlische agressie. Gedurende de oorlog van 2006 is Hezbollah er in geslaagd deze te laten functioneren ondanks de gigantische bombardementen van Tsahal. In het geval van onderbreking van deze antenne zou alleen de Westerse versie van de feiten bekend zijn.

De derde crisis treft Hezbollah. Dit Verzet-netwerk tegen de Israëlische bezetting heeft zich langzamerhand getransformeerd in een politieke partij die aan de regering deelneemt. Hoofdzakelijk gesteund door Syrië in de periode 1982-2005, wendt het zich in toenemende mate tot Iran na het vertrek van het Syrische Arabische leger uit Libanon. In de periode 2006-2013 ontvangt het een aanzienlijk arsenaal van de Iraanse Hoeders van de Revolutie. Maar na de verkiezing van sjeik Hassan Rohani in Iran bereidt Hezbollah zich voor op een ruptuur en ontwikkelt zijn eigen financieringsbronnen door te steunen op de Libanese en/of sjiitische diaspora in het buitenland, hoofdzakelijk in Afrika en in Latijns Amerika. Ten gevolge van de ondertekening van het 5+1 akkoord met Iran op 14 juli 2015 engageert Hezbollah zich tegen de jihadisten aan de zijde van van het Syrische Arabische leger, terwijl het zich langzamerhand afkeert van Teheran.

Op 16 december accepteert het Amerikaanse congres unaniem een wet die de banken verbiedt met Hezbollah samen te werken of met aan het Libanese Verzet verbonden organen, hetgeen doelt op het verbreken van de uitzendingen van het kanaal Al-Manar [5]. Deze tekst versterkt een andere daterend van 2014. Onmiddellijk heeft het ministerie van financiën sancties getroffen tegen Ali Youssef Charara, directeur van de maatschappij Spectrum Investment Group, beschuldigd van deelneming aan het financieringssysteem van het Verzet [6]. De Amerikaanse wet werd gevolgd door een resolutie van de Raad van samenwerking van de Golfstaten, en door de ministers van Binnenlandse en Buitenlandse zaken van de Arabische Liga die Hezbollah een « terroristische beweging » noemen.

Het dispositief is dus nu compleet: de Libanese economie is geruïneerd en het principe van Verzet tegen de Israëlische bezetting is geassimileerd aan terrorisme. Het kanaal Al-Manar zou niet meer bereikbaar zijn door NileSat en ArabSat, hetgeen diens publiek aanmerkelijk vermindert.

Twee opties liggen voortaan open voor Washington en Tel-Aviv: hetzij een klassieke oorlog, zoals in 2006, hetzij —eenvoudiger en onopvallender— een burgeroorlog, zoals Libanon die heeft gekend van 1975 tot 1990. De laatste grondwettige president van Libanon, Émile Lahoud, roept op tot een onmiddellijk hervorming van de verkiezingswet opdat de volgende regering niet representatief is van de religieuze gemeenschappen maar van de bevolking. Het is het enige middel om een burgeroorlog te vermijden.

Vertaling
Bart Ero

[1« Au Liban, une manifestation populaire pour "la chute du régime" », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 24 août 2015.

[2« L’Arabie saoudite annule son don de 3 milliards au Liban », Réseau Voltaire, 20 février 2016.

[3« Le silence et la trahison qui valaient 3 milliards de dollars », par Thierry Meyssan, Réseau Voltaire, 15 janvier 2014.

[4« La mort du cheikh El-Nimr fait vaciller le régime des Saoud », par André Chamy, Réseau Voltaire, 3 janvier 2016.

[5Hezbollah International Financing Prevention Act of 2015 (H.R.2297)”, Voltaire Network, 16 December 2015.

[6« Treasury Sanctions Hizballah Financier and His Company », U S Department of the Treasury, January 7, 2016.