De Westerse media slagen er niet in de oorlogen die het « ingewikkelde Oosten » agiteren, uit te leggen want ze weigeren ze op regionale schaal te overzien. In plaats van te discuteren of de gebeurtenissen in Syrië een burgeroorlog of een revolutie zijn, en of de repressie in Turkije gerechtvaardigd is of niet, Thierry Meyssan stelt een andere lezing van de feiten voor, door middel van het voorbeeld van de koerden.
De Westerse media behandelen de gebeurtenissen in het Nabije Oosten Staat voor Staat. Hun lezers, die onwetend zijn over het merendeel van de geschiedenis van dit gebied, zijn daar niet verbaasd over, maar slagen er niet in dit eindeloos oorlog voerende «ingewikkelde Oosten » te begrijpen.
Het nabije Oosten is evenwel geenszins te vergelijken met Europa bijvoorbeeld, maar veelmeer met Afrika, want diens grenzen zijn niet gebaseerd op geologische werkelijkheid maar op regelingen van de koloniale machten. Gedurende de laatste eeuw hebben de Staten van het Nabije Oosten er voor geijverd om van hun bevolking ware Volkeren te maken. Tenslotte zijn alleen Egypte, Syrië en Irak daarin geslaagd.
Gedurende de laatste vijf jaar heeft de Westerse pers dus een zogenaamde « democratische revolutie » in Tunesië, Libië, Egypte, en in Syrië besproken, en de zogenaamde « Iraanse inmenging » in Bahrein, Libanon en in Yemen, en het « terrorisme » in Irak. In tegendeel, al de betreffende machten, met als enige uitzondering de olie-dictaturen van de Golf, hebben deze lezing van de gebeurtenissen gedenonceerd, en hebben een regionaal volkomen verschillende interpretatie gepresenteerd.
Als voorbeeld laten we de situatie van de koerden bekijken. Ik zou evengoed hier de situatie van Daesh kunnen uitleggen, maar dit tweede voorbeeld zou nog veel moeilijker kunnen worden aangenomen door mijn Westerse lezers.
Volgens de Westerse pers hebben de koerden een gelukkig leven in Irak waar ze over een bijna totale autonomie beschikken in het door de Verenigde Staten opgelegde kader van een geschikt federaal systeem. In Syrië vechten ze zowel de tegen de levitische dictatuur van de familie Assad en de extremistisch soennitische oppressie van Daesh. En ze worden uiterst gereprimeerd in Turkije. Maar ze vormen toch een volk dat recht heeft op een onafhankelijke Staat in Syrië, maar niet in Turkije.
Voor de koerden zelf is de werkelijkheid echter heel anders.
De koerden hebben een gemeenschappelijke cultuur, maar niet dezelfde taal, noch dezelfde geschiedenis. Om te vereenvoudigen waren die van Irak tijdens de Koude Oorlog globaal pro-US ; die van Turkije en Syrië waren pro-Sovjetrussisch. Ongerust over de sterke populaire steun in Turkije aan de USSR, organiseerden de Verenigde Staten eerst een emigratie naar Duitsland, opdat de Turken niet geneigd zouden zijn met de Navo te breken, en vervolgens moedigden ze ze de repressie van de koerden door de PKK aan. Tijdens de burgeroorlog van de jaren 80, vluchtten de Turkse koerden met hun leider, Abdullah Öcallan, naar Syrië, per honderdduizenden, en werden er beschermd. In 2011 hebben ze de Syrische nationaliteit aangenomen.
Laten we nu tot de kern van het probleem komen. Gedurende de Eerste Syrische Oorlog, welke de « Arabische lente » moest uitbreiden met gebruik van de technieken van de vierde-generatie oorlogen, heeft niemand de Koerdische kwestie genoemd. Alles begon langzaamaan vanaf de Tweede Syrische Oorlog, met de Conferentie van de zogenaamde « Vrienden van Syrië » in Parijs in juli 2012.
De verklaringen van de leiders van de landen van de Navo deden denken dat de val van de Syrisch Arabische Republiek imminent was, en dat de Moslimbroeders aan de macht zouden komen, zoals ze daarin waren geslaagd in Tunesië, Libanon en in Egypte. Turkije nodigde dus de bevolkingen van het Noorden van het land uit zich te komen beschermen tegen de ongeregelde sprongen van de « revolutie ». In september een werd een « wali » dat wil zeggen een Turkse prefect, —maar de term dateert uit de Ottomaanse periode en doet dus denken aan de oppressie van de Sultan—, Veysel Dalmaz, benoemd. Onder de directe autoriteit van Premier minister Erdoğan, deelde hij miljarden dollars van de olie-dictaturen aan de « vluchtelingen » uit.
In die tijd zag iedereen wel de poging om Syrië te verzwakken, maar niemand begreep de onderliggende motivatie van deze bevolkingsoverplaatsing. Desalniettemin had iemand uit de nabijheid van ambassadrice Samantha Powell en Kelly, M. Greenhill een universiteits-verjaardagsartikel gepubliceerd over de strategische techniek van de migraties als oorlogswapen [1] dat de attentie had moeten opwekken. Turkije bouwde nieuwe steden om de Syriërs te herbergen, maar merkwaardigerwijs leverde hij ze niet op. Ze zijn nog steeds leeg. Ankara begon de vluchtelingen te sorteren volgens hun politieke meningen en hield ze in kampen waar ze òf een militaire vorming konden ontvangen alvorens weer naar huis te worden gestuurd om te vechten, òf hij mengde ze met zijn eigen bevolking en in dat geval buitte hij ze uit door dwangarbeid.
In het Noorden van Syrië waren de overblijvende bevolkingen hoofdzakelijk christenen, koerden en turkmenen. Deze laatsten liepen massaal over in dienst van Turkije en werden geëncadreerd door de « grijze wolven », dat wil zeggen door een in 1968 gecreëerde fascistische militie voor de rekening van de Navo. Aan zijn kant creëerde Damascus christelijke en koerdische milities om de veiligheid van het land te verzekeren. Gedurende twee jaar streden alle koerden onder bevel van de Syrisch Arabische Republiek.
Daarbij Abdullah Öcallan verradend —de oprichter van de PKK— en zijn koerdische broeders, waarvan één, sloot de Syriër Salih Muslim zich weer aan bij Turkije, hoewel dat in de jaren 80 een deel van zijn familie had afgeslacht. Hij ontmoette in het geheim de presidenten Erdoğan en Hollande, op 31 oktober 2014 op het Élysée, en sloot een pact met hen. Frankrijk en Turkije hebben toegezegd een onafhankelijke Staat te erkennen in het Noorden van Syrië waarvan hij president zou zijn. In ruil hiervoor zou hij het terrein moeten « zuiveren » door de christelijke bevolking af te slachten, zoals andere koerden een eeuw eender deden voor rekening van het Ottomaanse rijk. vervolgens moest hij de uitwijzing van de leden van de Turkse PKK op zijn terrein accepteren, terwijl de Syrische soennitische vluchtelingen ze zouden vervangen in de koerdische zones van Turkije.
Dit plan heeft een lange geschiedenis : het was geredigeerd door Ahmet Davutoğlu en zijn Franse homoloog Alain Juppé, en 2011, voordat Turkije de oorlog tegen Libië inging en vòòr de gebeurtenissen in Syrië. Het was aanvaard door het Pentagon, in september 2013, toen Robin Wright de kaart van de toekomstige Staat, en die van wat het Kalifat van Daesh zou worden, in de New York Times publiceerde. De eerste Staat zou vanzelfsprekend « Koerdistan » genoemd worden, hoewel deze zich in het geheel niet op het terrein van het historische Koerdistan bevond, zoals dat gepreciseerd was door de King-Crane Commissie (1919) en erkend door de Conferentie van Sèvres (1920). De tweede Staat zou « Soennistan » genoemd worden en zou zich dwars over de Iraakse en Syrische grens bevinden, daardoor definitief de « zijderoute » afsnijdend.
Dit plan streefde de objectieven na van sultan Abdülhamid II, van de Jonge Turken en van de uitgestippelde weg van het verdrag van Lausanne (1923) : een uitsluitend soennitisch Turkije creëren en alle andere bevolkingen deporteren of afslachten. Het is precies om dit plan te verhinderen, en om hen die er de realisatie al van hadden begonnen door het afslachten van de Armeniërs en de pontische [buiten Griekenland wonende] Grieken te veroordelen, dat Raphael Lemkins het concept van genocide had gecreëerd ; een concept dat zich vandaag dus toepast op MM. Juppé & Hollande, zoals op MM. Davutoğlu & Erdoğan.
Vooral, begrijpt U niet verkeerd wat ik hier schrijf : Paris en Ankara willen beiden evenzeer een uitsluitend Soennitisch Turkije creëren, net zo sterk als de meerderheid van de Soennieten zich ertegen verzet. Het is trouwens daarom dat men hier assisteert aan een felle repressie, zowel in Turkije als in het Kalifaat Daesh.
In Juli 2015 liet de regering Erdoğan door Daesh een aanslag in Suruç (Turkije) plegen, die tegelijkertijd koerden als Syrische alevieten doodde —lokaal equivalent van de Syrische alawieten— die hun steun uitspraken aan de Syrisch Arabische Republiek. Hij eindigde op deze manier de wapenstilstand van 1999. Gelijktijdig stopte hij de bevoorrading aan voedsel, water en stroom aan een zorgvuldig uitgekozen deel van de Syrische vluchtelingen. Dit was het begin van de uitvoering van het plan aan de turkse kant. En het begin van de afglijding van Turkije naar de hel.
In augustus dreef Turkije diegenen van de Syrische vluchtelingen die geen leefmiddelen meer hadden naar de Europese Unie. In oktober, in Syrië, vielen de mannen van Salih Muslim de assyisch christelijke gemeenschappen aan en poogden hun scholen met geweld te koerdiseren, terwijl, in Turkije, de AKP van Erdoğan 128 politieke permanentie bureaus van de pro-Koerdische HDP plunderde, naast 300 door de koerden gehouden commercies. De turkse speciale troepen slachtten meer dan 2000 turkse koerden af, en maakten gedeeltelijk de steden Cizre en Silopi met de grond gelijk. In het geval onze lezers deze feiten naarmate ze zich afspeelden gevolgd hebben, de Westerse media hebben ze niet behandeld, en beginnen het juist, meer dan een jaar later, de martelaarsdood van Cizre et de Silopi te noemen.
Met de hulp van Massoud Barzani —president « voor let leven » van het Iraakse Koerdistan— legde Salih Muslim de dienstplicht op aan de jonge Syrische koerden om het leger te vergroten en de terreur te laten heersen. Daar hebben de Westerse media ook nooit over gerept, die het liever heel romantisch hadden over de creatie van de Staat Rojava. Maar deze jonge Syriërs verzetten zich massaal en sloten zich weer aan bij de Syrische verdedigingskrachten.
In septembre 2016 kondigde président Erdoğan aan dat Turkije een deel van de Syrische vluchtelingen die in zijn land bleven ging naturaliseren —diegenen die het plan van een geheel Soennitisch Turkije ondersteunden—.
Men gaat ze appartementen aanbieden die vier jaar eerder gebouwd waren en die op hen wachten.
In de klem genomen tussen zijn persoonlijke ambities en de solidariteit van zijn troepen met hun Turkse broeders, keerde de Collaborateur Salih Muslim zich tegen Ankara dat in november een arrestatiebevel tegen hem uitvaardigde. Na de Secretaris generaal van de Navo te hebben ontvangen, kondigde president Erdoğan aan dat hij het verdrag van Lausanne ging « her-onderhandelen ». Hij wil de Griekse eilanden, het van Gyprus, een deel van Syrië en van Irak annexeren, en in 2023 het 17e Turks-mongoolse rijk creëren.
Reeds tast het Turkse leger Syrië (Jarablous) en Irak (Baachiqa) aan. Toen de Iraakse Eerste minister, Haidar al-Abadi, Turkije waarschuwde tegenover deze oorlogshandeling, gaf president Erdoğan arrogant te kennen dat hij « niet van zijn niveau » was en sommeerde hem « op zijn plaats » te blijven. Toen de Turkse ambassadeur en vorige minister van Buitenlandse zaken Feridun H. Sinirlioğlu twee keer door de Veiligheidsraad was gewaarschuwd, antwoordde hij dat zijn land ten goede van de bevolkingen handelt en dat Irak dus niet het Internationale recht heeft op te roepen, noch zich heeft te beklagen.
Op een slagveld kunnen er tenslotte maar twee kampen zijn, niet drie. De huidige oorlog plaatst aan de ene kant Turkije, die de bevolkingen per gemeenschap wil scheiden en de suprematie van één boven alle anderen wil verzekeren. Aan de andere kant de Syrisch Arabische Republiek die de vrede en de gelijkheid verdedigt door de gemeenschappen te mengen.
In welk kamp situeert U zich ?
[1] “Strategic Engineered Migration as a Weapon of War”, Kelly M. Greenhill, Civil War Journal, Volume 10, Issue 1, July 2008
Blijf in contact
Volg ons op sociale netwerken
Subscribe to weekly newsletter